“Heel veel ideeën zijn als alternatieven opgekomen, ook de huidige economische mainstream.”

Sam de Muijnk

Sam de Muijnck wil met Rethinking Economics NL het economisch onderwijs pluriformer maken.

Sam de Muijnck (20) is een van de studenten die geen genoegen neemt met de uniformiteit van het economisch onderwijs. Hij sloot zich aan bij Rethinking Economics NL (RE:NL), een jonge studentenorganisatie die strijdt voor pluriformiteit in het economisch denken. Binnenkort publiceert RE:NL de resultaten van hun onderzoek naar de diversiteit van het curriculum op de Nederlandse economiefaculteiten. “Economie als wetenschap onderzoekt eigenlijk alleen het marktmechanisme. Waarom is het onderwerp niet gewoon de economie?”

Je hoeft de Muijnck maar een halve vraag te stellen of hij begint al honderduit te vertellen. Over de breakdancelessen die hij al zijn hele leven geeft, over interviews die hij zélf heeft afgenomen. Dat hij na een jaar aan de UvA naar Nijmegen gaat verhuizen omdat de studie economie hem daar het meest gevarieerd lijkt. Maar hij schakelt moeiteloos over naar de 19e-eeuwse economische methodestrijd of het verschil tussen chaostheorie en complexiteit, om daar met hetzelfde enthousiasme over te vertellen. Want ook al zou je hem in eerste instantie niet aanzien voor een economiestudent, bevlogen over die discipline is hij wel. Hij wil echte economische problemen kunnen oplossen als hij eenmaal is afgestudeerd: “Veel economiestudenten merken pas als ze zijn afgestudeerd dat ze weinig over de echte wereld weten. Veel grote problemen die nu spelen als klimaatverandering, terugkerende crises of ongelijkheid, ze weten niet wat ze daarmee aanmoeten. Ze kunnen alleen maar praten over hoe een bepaalde prijs tot stand komt.”

Marktmechanisme
“Sinds de jaren ’50 is de economische wetenschap heel formalistisch, heel wiskundig geworden. Je maakt een aantal aannames en op basis daarvan ga je modellen bouwen. En eigenlijk bestudeer je alleen het het marktmechanisme, waarbij vraag en aanbod in een markt van perfecte of imperfecte competitie enorm centraal staan. Wat ik interessant vind is dat als je bijvoorbeeld economieën bestudeert die niet Westers en geïndustrialiseerd zijn, dat je dan een economisch antropoloog bent, maar dat dat dan niet binnen de economische wetenschap valt. Terwijl je wel een economie bestudeert! Die wiskundige, dominante stroming, de neoklassieke school, is juist erg gefocust op vraag en aanbod, prijzen en perfecte competitie. Het wil al heel lang een harde wetenschap zijn, die precies antwoord geeft op beleidsvraagstukken.”

Debat
Die neoklassieke school is dus erg dominant, terwijl er wel degelijk een veelkleurig debat gaande is. “In het onderzoek en de wetenschap zijn er nu wel felle discussies aan de gang, dat is heel mooi om te zien. Economen zoals Paul Krugman staan er bekend om dat ze heel fel zijn in de debatten. Maar binnen het onderwijs krijgen wij daar nooit iets van mee. Als studenten krijgen we mooie tekstboeken waarin wordt verteld: jongens, zo zit het. Maar ook hoe de neoklassieke economie is ontstaan, krijgen we niet mee. Terwijl die juist is ontstaan in een fel debat met klassieke economen, marxisten, de Duitse historische school. Heel veel ideeën zijn juist als alternatieven opgekomen.”

Crisis
Met een stevig debat en een veelheid aan inzichten zou de economische wetenschap de samenleving ook beter van dienst kunnen zijn. Een veel gehoorde klacht is dat de recente crisis niet werd voorzien. “Mainstream economen vonden dat je niet naar privéschuld hoefde te kijken, of dat banken ook niet in de modellen hoefden. Er ze konden toen allemaal de crisis niet voorspellen, maar vervolgens konden ze ook nog eens weinig oplossingen bieden, en dat is helemaal kwalijk. Er waren eigenlijk maar een stuk of tien economen die met een grondige analyse de crisis hadden voorspeld. De eerste reactie was er een van schaamte, dat er toch wel een flinke fout is begaan. Maar er is uiteindelijk niet zo heel veel veranderd.”

Rethink
Dat er wel degelijk meerdere stromingen binnen het economisch denken zijn, merkte de Muijnck pas toen hij daar in zijn eigen tijd over ging lezen. Zo kwam hij ook bij RE:NL uit (“we zeggen meestal Rethink”), een organisatie opgezet door studenten die er achter kwamen dat ze meer wilden leren dan ze te horen kregen van hun docenten. “Wat we graag doen is zelf iets organiseren over de dingen die we missen in het onderwijs. Dan laten we bijvoorbeeld een lezing geven over de economische geschiedenis. We raden elkaar boeken aan, organiseren discussies of een quiz. Maar we proberen ook het probleem duidelijk te maken naar buiten toe, en het te beïnvloeden. We publiceren eigen stukken op blogs als Follow The Money en Me Judice. En ons debat met VU-professor Pieter Gautier op tv bij Buitenhof heeft veel mensen bereikt bijvoorbeeld.”

Hoogleraren
Maar RE:NL wordt ook gesteund door een aantal hoogleraren, waaronder bijvoorbeeld “kantelaar” Jan Rotmans van de Erasmus Universiteit, en hoogleraar risicomanagement aan de VU Theo Kocken, die met Monty Python-lid Terry Jones een documentaire maakte over financiële crises. “In de praktijk is het wel een studentenorganisatie, maar we hebben veel aan de samenwerking met hoogleraren. Met evenementen halen we ze vaak als spreker erbij, en we gebruiken hun expertise, zoals bij ons curriculumonderzoek van de Nederlandse economiefaculteiten. Dat willen we eind november publiceren. Daarmee onderzoeken we de inhoud van de vakken die in de bachelors gegeven worden. Wat biedt men aan qua onderwerpen, qua methodes? Daarmee gaan we proberen mensen meer bewust te maken van de nauwe blik van het economie-onderwijs. Om Nederland te laten weten: jullie betalen met je belasting het economisch onderwijs, en dit is wat studenten daar leren. Wij denken dat de gemiddelde Nederlander niet wil dat ze met een heel specifiek brilletje naar de wereld kijken. Een brilletje dat wel heel precies kijkt hoor, maar waarmee ze zich wel blindstaren.”